Schildersbedrijf Van Rossum uit Hoeven (Noord-Brabant) richt zich volledig op metaalconservering, zoals van lichtmas-ten, verkeersregelinstallaties, ANWB-masten, bruggen en allerlei meubilair in de openbare ruimte. Tot 2008 had het Brabantse bedrijf meer dan 25 mede-werkers in dienst. Momenteel staan er tien schilders op de loonlijst. “Via een uitzendbureau huur ik, als dat nodig is, extra mensen in. Ik maak dan gebruik van schilders die ik ken”, zegt Gerwin van Rossum. Hij is de derde generatie die aan het roer staat bij het familiebedrijf.

Van Rossums bedrijf heeft heel Nederland als werkgebied. “We doen uitsluitend metaalconservering. Al het andere werk besteden we uit.”Edwin Moss is, voor hij schilder werd, geschoold in de fijn metaal. “In de loop der jaren ben ik me als schilder steeds meer gaan toeleggen op metaalconser-vering. Met deze extra discipline onder-scheid ik me van reguliere schildersbedrij-ven. Bij opdrachtgevers is dat bekend.”

Een daarvan is woningcorporatie Ymere. “Sinds een jaar of vier adviseren we de corporatie voor het duurzaam uitvoeren van schilderwerk. Metaalconservering is daarvan een onderdeel.” Moss Schilders-bedrijf is gevestigd in Harmelen (Utrecht) en metaalconservering vormt circa een-vijfde van de omzet.  LOCATIESDe locatie is mede bepalend voor de juiste keuze van producten, zegt Moss. Zo kunnen in de kustgebieden ijzer, staal, aluminium en zelfs gegalvaniseerde

EDWIN MOSS
Functie: Eigenaar
Leeftijd: 46
Bedrijf: Moss Schilderwerken
Opdrachtgevers: Particulieren, woningcorporaties, bedrijven, aannemers
edewerkers in vaste dienst: Geen. Werkt met leerling.
Vestigingsplaats: Harmelen (Utrecht)
Aantal inwoners: 8.000

oppervlakken corroderen. “Veelal wordt dan een matglans metaalverf gebruikt.” Moss merkt verder op dat polyethene (polyethyleen) coatings goed zijn te gebruiken op metalen voorwerpen die in een bosrijke omgeving staan. “Deze verf geeft een zo hoog mogelijke glans en vermindert aanhechting van algen.”

Volgens Van Rossum is zijn onderneming het enige schildersbedrijf in Nederland dat lichtmasten en verkeersregelinstal-laties het hele jaar door - dus ook in de winterperiode - kan schilderen met een schriftelijke garantie. “We werken in de openbare ruimte. Snelheid van drogen is daarbij erg belangrijk. Samen met verf-fabrikanten werken we aan producten die nog sneller drogen onder de 5 gra-den Celsius, waarbij de verf nog steeds goed blijft hechten op de ondergrond. Een uitdaging, want metalen zijn goede geleiders en gevoelig voor condens bij lage temperaturen.”

VERWERKBAARHEID
Een van de ontwikkelingen bij metaal-verf, zijn producten die voldoen aan de VOC 2010-norm. “Metaal is vochtgevoe-lig. De metaalverf valt met een oplosmid-delgehalte van 22 tot 23 procent binnen de gestelde normen. Wij willen echter een verf met een droogtijd van 20 tot 30 minuten, omdat we werkzaam zijn in de openbare ruimte. Tevens moet van die verf zo’n 70 tot 80 micrometer (mu) met een kwastlaag zijn aan te brengen. Metaalverf kan niet watergedragen zijn. Ook onder minder gunstige omstandig-heden, zoals bij lage temperaturen en een hoge luchtvochtigheid, dient de verf door ons te verwerken zijn”, merkt Van Rossum op. Veelal maken ze gebruik van de kwast. “Een laagdikte van 70 tot 80 mu kun je niet met een rol bewerkstelli-gen. En bij spuiten moet je oppassen voor zakkers”, zegt Van Rossum.

Moss Schildersbedrijf zet zowel rol-lers als spuitapplicatie in; zo zijn rollers gebruikt bij een damwand en heeft hij grote metalen kappen - van vier tot vijf meter - op een flatgebouw onlangs nog gespoten.Interessant is dat beide bedrijven druk in de weer zijn met het realiseren van een spuitinrichting. “Samen met een collega bouw ik een spuitcabine”, zegt Moss. “Daarvan zal ik zeker gebruik maken om ook metalen voorwerpen te spuiten. Ik moet alle mogelijkheden nog onderzoe-ken. Zo’n damwand spuiten behoort dan ook tot de mogelijkheden.”Van Rossum bouwt een spuitcabine waar-in hij de meest voorkomende lichtmasten gaat spuiten. “Daarmee heb ik deze, onder geconditioneerde omstandigheden geschilderde, masten op voorraad. En het scheelt een handeling. Er hoeft namelijk geen noodvoorziening te komen, maar ik kan de lichtmast meteen plaatsen.”

POEDERCOATEN
Het bedrijf uit Harmelen is gespeci-aliseerd in natlakken. “Wij brengen meerdere verflagen aan op verschillende materialen, in elke gewenste kleur. Natlakken vereist een goede voorbe-handeling van de ondergrond, zodat het product beschermd is tegen corrosie. Tot de mogelijkheden behoren ook stra-len en poedercoaten”, merkt Moss op. Poedercoating is een harde, duurzame afwerking. Deze methode wordt toege-past bij meer extreme milieus, zoals dicht bij zee waar de inwerking van zout is te verwachten. Onder andere gegalvani-seerde masten worden vaak gepoeder-coat. “Voordeel is dat de poedercoating geen oplosmiddel nodig heeft om het

GERWIN VAN ROSSUM
Functie: Eigenaar
Leeftijd: 49
Bedrijf: Schildersbedrijf Van Rossum Hoeven Opdrachtgevers: Gemeenten, provincie, BAM, Strukton, Heijmans, Dura Vermeer, Ballast Nedam
Medewerkers in vaste dienst: 10
Vestigingsplaats: Hoeven (Noord-Brabant)
Aantal inwoners: 1.800

bindmiddel en de vulstof in een vloeibare suspensie te houden. En omdat de afwer-king harder is dan gewone verf, bescha-digt de mast minder snel. Het nadeel is dat het aanbrengen arbeidsintensiever is dan gewoon schilderen”, laat Van Ros-sum weten.

Beide ondernemingen maken geen gebruik van spuitrobots. Te duur in aan-schaf in verhouding tot het rendement. Schildersbedrijf van Rossum is wel in het bezit van een striprobot. “Met twee haakse slijpers haalt de robot de verflaag van een lichtmast af. De robot doet tien masten in vijf uur tijd, inclusief verplaat-sing en opbouwen. Twee ervaren schil-ders doen daar tien uur over.”

AANBESTEDING
iet alleen metaalconservering komt aan de orde. Moss merkt op dat bij vastgoedrealisatie de constructieve of technische onderdelen niet voldoende geconserveerd zijn voor de beoogde doelen. “Zodra je om extra maatregelen vraagt, hangt hier geen prijskaartje aan.” Moss merkt op dat hij dan een mid-denweg bewandelt. “Er is een bepaald budget voor de opdracht en dat mag niet worden overschreden. Jaren later kun-nen zich problemen voordoen. Die had-den voorkomen kunnen worden als er destijds meer of betere middelen waren ingezet.”

De opdrachtgever kiest veelal voor de laagste prijs, constateren beiden. “De opdrachtgever zou bij de offertes meer moeten kijken naar een goede afweging tussen kwaliteit en prijs. Wat gaat de schilder doen voor dat geld? Daar zou het om moeten gaan.” Hij merkt dat er bedrijven zijn die voor 35 euro of zelfs minder per uur werkzaam zijn. “Het is dan niet mogelijk als bedrijf nog rende-ment te hebben.”

 TECHNISCHE KENNIS
 Van Rossum maakt zich zorgen over de afnemende technische kennis bij opdrachtgevers, zoals over de verschil-lende technieken die kunnen worden toegepast. Hij pleit ook voor een andere manier van aanbesteding. “In de aanbe-steding gaat het fout. Bij gemeenten, en ook bij adviesbureaus, is er onvoldoende technische kennis over het conserveren van metaal.”

Hij merkt op dat er bij de aanbestedingsprocedure een verschil is tussen een dienst en werk. “Bij een dienst boven de 500.000 euro wordt een aanbestedingsprocedure gestart. Bij een werk ligt de grens bij 150.000 euro, daar-onder hoeft de opdracht niet te worden aanbesteed. Opdrachtgevers gaan echter verschillend om met het feit of schilderen nu een dienst is of een werk.”  Moss en Van Rossum zijn voorstander om het rekengeld opnieuw in te voeren bij een afgewezen offerte. “Twee procent van het aanbestedingsbedrag zou dan naar bedrijven moeten gaan die op ver-zoek een offerte hebben gemaakt en het werk niet hebben gekregen”, stelt Van Rossum.

Steeds vaker biedt Van Rossum een drie-hoeksgarantie aan, ondertekend door de opdrachtgever, uitvoerende partij en leverancier. “Afhankelijk van de omge-ving waar de objecten zich bevinden, durf ik een garantie af te geven van tien tot twaalf jaar op de hechting.” In de schildersopleidingen wordt welis-waar aandacht besteed aan het behan-delen en schilderen van metaal, “maar in de praktijk leren ze toch het meest”, zegt Moss. Hij begeleidt zelf een leerling. “Ik vraag ze eerst hoe ze het zelf zouden aanpakken. Pas daarna vertel ik hoe ik het zou doen. Daar leren ze veel van.”